De grot van Samuel

In 1718 groef een lokale inheemse Samuel Görner in de zandstenen rots en bewoonde deze als een kluizenaar. Hij woonde in de grot van 1718 tot 27 april 1735, toen hij verhuisde naar de rotshermitage bij Slot Sloup. Van daaruit verhuisde hij na een paar jaar naar een hut in de buurt van Svatá Hora in de buurt van Příbram, waar hij op een nacht werd vermoord en beroofd van geld dat pelgrims bij zich hadden.

De grot wordt betreden via een smalle rotsspleet met verschillende gebeeldhouwde trappen. Achter de entree bevindt zich een 2 × 2 meter grote hal, oorspronkelijk in gebruik als keuken. Een brede deur leidt vanuit de hal naar een 6,5 m lange en ongeveer 2,5 m brede woonkamer, die de hele rots doorsnijdt. In de tegenoverliggende muren zijn twee ramen in de rots uitgehouwen.Samuel Görner is opgeleid als siertuinier, maar hij sneed ook glazen lenzen en maakte brillen en verrekijkers.

Het is mogelijk om de rots boven de grot vanaf de oostkant te beklimmen langs een trap die met een reling in de rots is uitgehouwen. Net onder de top van de rots is een aangepast uitkijkpunt.

Vanaf het uitzichtpunt is er een prachtig uitzicht over het dal, dat wordt gedomineerd door het rotskasteel Sloup. Het uitzicht wordt enigszins beperkt door al behoorlijk volwassen bomen, maar het is nog steeds de moeite waard.

Slechts enkele tientallen meters ten noorden van de ingang van de grot ligt een rotsmassief „Vana“, waar een trap naar het uitkijkpunt bovenaan leidt.

Zelfs vanuit dit gezichtspunt is het mogelijk om te genieten van het uitzicht op het kasteel en het dorp Sloup in Bohemen